HSPDK Trainingsprogrammas


Puppy's A-Groep B-Groep C-Groep Debutanten Programma 1 & 2


Puppies:

Je kan met je hondje komen trainen nadat het is ingeënt tegen de verschillende hondenziekten.

Normaal gebeurt dat op 12 weken. Het is aan te raden om uw puppy bijkomend te laten inenten

tegen kennelhoest en hondsdolheid (Rabbis).


In de puppyklas ligt de nadruk op sociaal maken van uw hondje tegen over mens en andere

honden en hem zoveel mogelijk te laten ontdekken. Het leert volgen naast het baasje en de

verschillende houdingen (liggen, zitten en staan). Een groot deel van de tijd zal de instructeur

aan de baasjes besteden, want deze moeten in het begin zeker zoveel leren als de hondjes zelf.

De instructeurs gebruiken bepaalde bevelen om de geleiders te sturen waar ze moeten gaan op

het terrein en voor de oefeningen die ze moeten doen.



Zodra uw viervoeter 5-maanden oud is en hij de basis onder de knie heeft, dan mag je overgaan

naar de A-groep, op 6-maanden moet je overgaan naar deze groep. Nu kan het echte

trainingswerk beginnen.



Terug naar boven

A Groep:

Zodra je hond ongeveer 5 à 6 maanden oud is, beginnen we met het echte werk. In deze groep

gaat de aandacht voornamelijk uit naar het mooi leren "Volgen". Dit wil zeggen dat je hond naast

je leert lopen zonder aan de lijn te trekken of je voor de voeten te lopen. Hiernaast zal het

aanleren van de houdingen en het oproepen van de hond de hoofdbrok vormen.



Om over te gaan naar de B-groep moet je slagen in een overgangsproef, er wordt gekeken of je hond

voldoende basisvaardigheden heeft verworven om de zwaardere oefeningen in de B-groep aan te kunnen.



Overgangsproeven: Algemeenheden bij de overgangsproeven.



De overgangsproeven gaan door elke laatste zondag van de maand en de daarop volgende woensdag. Indien een lid overgangsproeven wenst te doen, moet hij het 'hondenpasje' van de hond meebrengen. Tijdens de oefeningen mag de hond niet aangeraakt worden. Na elke oefening moet de hond beloond worden, wel wachten op de "ja" van de keurmeester. De beslissing van de keurmeesters is bindend.

Overgangsproeven van de A- naar de B-groep

ALGEMEEN:
Honden moeten ouder zijn dan 7 maand.
na elke oefening moet de hond beloond worden met stem, streling, balletje of snoepje. Niet belonen wordt bestraft (- 2 p.)
Bevelen mag met stem of gebaar.
leiband = gewoon slipsysteem of vaste band (geen sjaaltjes of vlooiband) gedragen in linkerhand (mag ook met beide handen).
Bij oefeningen zonder leiband: leiband wegsteken !
Apport niet aan kant van de hond dragen. Indien dit gebeurt: geleider verwittigen op elke proef moet minstens de helft van de punten behaald worden en in totaal moet 60% behaald worden.
De hond mag niet aangeraakt worden tijdens een oefening bij de overgangsproeven.
Steeds wachten op het teken van de keurder voor het beginnen van de oefening en/of belonen (bestraffing is – 2 p.).

Vast volgen: 10 punten

Weg zonder hindernissen of toestellen op een door de keurmeester uitgezet parcours (2x links, 2x rechtse en 1x draaibeweging).
Er mag tijdens de oefening constant gepraat worden tegen de hond, doch zonder bevelen te geven. Op het been kloppen tijdens de wandeling mag (wordt niet beschouwd als een bijbevel). De leiband mag gehouden worden volgens voorkeur van de geleider.

Punten:
- Gestrekte lijn tijdens de ganse wandeling = niet geslaagd;
- Hond volgt op + 0,5 m: - 1 punt per overtreding;
- Elke ruk aan de lijn (met of zonder bijbevel): - 1 punt;
- Een bijbevel: - 1 punt per bijbevel;
- Wachten op de hond, geen correct tempo, leiband niet correct : - 2 punten.

HOND OPROEPEN DOOR DE “BUIS”: 25 punten

Deze oefening bestaat uit twee delen: het oproepen zelf (15 p) en het door de buis gaan van de hond (10 p).
Leiband afdoen (band of ketting mogen aanblijven). De hond wordt vlak voor de buis geplaatst in een houding die de geleider zelf kiest. De hond wordt eventueel op zijn plaats gehouden door de keurmeester.
De geleider gaat op een aangeduide plaats staan (ca. 5 m achter de buis) en roept de hond op teken van de keurmeester.
De hond moet tot bij de geleider komen (geleider moet aan hond kunnen).
De hond mag gelokt worden met stem of gebaren.
Punten:
- Geleider “duikt” naar hond = niet geslaagd;
- Hond komt niet binnen de 15 sec. = niet geslaagd;
- Verlies van 10 punten indien hond niet door buis gaat (hond gaat toch naar baasje).

SOCIALISATIE: 10 punten
De geleiders gaan kriskras door elkaar op bevel van de keurmeester. Bedoeling is dat de hond niet agressief reageert.
Punten:
-vertonen van agressief gedrag = niet geslaagd.

Houdingen: 10 punten

Er moeten 3 houdingen uitgevoerd worden, vertrekkende vanuit de "voet" (deze houding telt niet mee voor de oefening). Bij de "lig"-oefening” mag met de vinger gewezen worden tot de hond ligt, daarna moet de geleider terug recht komen staan.
De volgende oefening is de "zit". Een stapje achteruit of op de bil kloppen mag.
Bij de "recht"-oefening mag een stap voorwaarts gezet worden, maar de andere voet moet nadien terug aangesloten worden.
Elke houding moet min. 3 sec. aangenomen worden.
Punten:
- Elk bijkomend bevel bij elke houding: - 2 punten;
- Per houding mogen er max. 2 bijbevelen gegeven worden;
- Elk gebaar (uitgez. stapje of klopje op bil bij zitoefening, vingerwijzing bij lig-oefening en stap voor¬uit bij recht) nadat een bevel gegeven werd: - 1 punt;
- Corrigeren met lijn = niet geslaagd.

VOORSTELLEN VAN DE HOND: 5 punten
De geleider zal de aangelijnde hond voorstellen aan de keurder = tanden en lippen van de hond tonen. Een keurder zal de hond betasten of hem tenminste met de hand over de rug strijken terwijl de geleider de leiband in de hand houdt en het hoofd van de hond mag vasthouden.
Punten:
- Tegenwerken van de hond: - 2 punten;
- Agressief gedrag t.o.v. de keurmeester: niet geslaagd.

INTERESSE IN APPORT: 10 punten
De apport moet in de hand gehouden worden en de hond moet deze gedurende enkele seconden vast¬houden.
De hond mag aangelijnd blijven.
Punten:
- Geen interesse in apport = niet geslaagd.

ALGEMEEN HOUDING:
- Bevuilen van het terrein: “plasje” - 3 punten; “hoopje” - 5 punten.

Terug naar boven

B Groep:

ALGEMEEN:
- Hond moet ouder zijn dan 7 maanden;
- Na elke oefening moet de hond beloond worden met stem, streling, balletje of snoepje. Niet belonen wordt bestraft (- 2 p.)bevelen mag met stem of gebaar;
- Leiband = gewoon slipsysteem of vaste band (geen sjaaltjes of vlooiband) gedragen in linkerhand (mag ook met beide handen);
- Bij oefeningen zonder leiband: leiband wegsteken ;
- Apport niet aan kant van de hond dragen. Indien dit gebeurt: geleider verwittigen;
- Op elke proef moet minstens de helft van de punten behaald worden en in totaal moet 60% behaald worden;
- Hond mag niet aangeraakt worden tijdens een oefening bij de overgangsproeven;
- Steeds wachten op het teken van de keurder voor het beginnen van de oefening en/of belonen (bestraffing is – 2 p.).

VAST VOLGEN + BRUG: 20 punten
De honden worden in rechte lijn geplaatst voor de brug. De geleider vertrekt in rechte lijn voor de honden en komt in slalom terug. Er mag tijdens de oefening constant gepraat worden tegen de hond, doch zonder bevelen te geven.
Op het been kloppen tijdens de wandeling wordt per keer aanzien als een bijbevel.
Bij het aankomen aan de brug zet hij/zij zijn wandeling verder over de brug tot beneden de brug aan de andere kant. Dit is een aparte proef op 10 punten. De geleider mag bij het aankomen aan de brug de hond nog onder appel zetten (bevel geven).
Oefening wordt afgewerkt met hond in de voet.

Punten:
- Gestrekte lijn tijdens de ganse wandeling = niet geslaagd;
- Achterblijven tijdens de ganse wandeling = niet geslaagd;
- Hond volgt op + 0,5 m: - 1 punt per overtreding;
- Elke ruk aan de lijn: - 1 punt;
- Een bijbevel: - 1 punt per bijbevel
- Een ruk aan de lijn met bijbevel: - 2 punten;
- Hond gaat vlot en rustig over brug naast geleider: 10 punten;
- Elk bevel of correctie: - 1 punt;
- Op de brug: constant met gestrekte lijn, maar niet trekkend: verlies van 5 punten;
- Hond gaat niet op brug of wil niet naar beneden: verlies van alle punten;
- Oefening niet beëindigd met voet: - 1 punt;
- Wachten op de hond, niet correct tempo, leiband niet correct .

HOND OPROEPEN: 15 punten.
De hond moet afgelijnd worden en op zijn plaats blijven zonder hulp.
De geleider gaat op een aangeduide plaats staan (ca. 10 m) en roept de hond op teken van de keurmeester.
De hond moet tot bij zijn baas komen in zit voor.
Men mag de hond lokken (niet met apport of voedsel), maar dit kost punten.
Oefening wordt afgewerkt met hond in de voet, zonder aftrek van punten!
Punten:
- Hond vertrekt voor de keurmeester teken gedaan heeft: - 2 punten;
- Een herplaatsing (= is dat hond tot bij baasje komt voor baasje een bevel gegeven heeft) mag één maal: - 3 punten;
- Elke meter van de baas verwijdert: - 1 punt per meter;
- Onrechtstreeks komen binnen de 15 sec.: keurmeester bepaalt de bestraffing;
- Lokken (per 10 sec.): - 2 punten;
- Hond komt niet binnen de 15 sec. = niet geslaagd.

HOUDINGEN: 10 punten
Er moeten 3 houdingen uitgevoerd worden, vertrekkende vanuit de "voet" (deze houding telt niet mee voor de oefening).
Bij de "lig"-oefening mag met de vinger gewezen worden tot de hond ligt (dit wordt beschouwd als een bijbevel), daarna moet de geleider terug recht komen staan.
De volgende oefening is de "zit". Bij de “zit”-oefening mag een stapje achteruit gezet worden of mag er op de bil geklopt worden (dit wordt wel beschouwd als een bijbevel).
Bij de "recht"-oefening mag een stap voorwaarts gezet worden (dit wordt beschouwd als een bijbevel, indien dit gepaard gaat met een mondeling bevel), maar de andere voet moet nadien terug aangesloten worden.
Per houding mogen er max. 2 bijbevelen gegeven worden.
Elke houding moet min. 3 sec. aangenomen worden.
Punten:
- Elk tweede bevel bij elke houding (bijbevel): - 1 punt;
- Elk gebaar nadat een bevel gegeven werd: - 1 punt;
- Corrigeren met lijn = niet geslaagd.

VOORSTELLEN VAN DE HOND: 5 punten
De geleider zal de aangelijnde hond voorstellen aan de keurder = tanden en lippen van de hond tonen. Een keurder zal de hond betasten of hem tenminste met de hand over de rug strijken terwijl de geleider de leiband in de hand houdt en het hoofd van de hond mag vasthouden.
Punten:
- Tegenwerken van de hond: - 2 punten;
- Agressief gedrag t.o.v. de keurmeester: niet geslaagd.

APPORT: 10 punten
De hond moet afgelijnd worden. De apport moet minstens 10 me¬ter weggegooid worden. De hond mag direct vertrekken om de apport te gaan halen en moet deze brengen tot minstens 3 meter van de geleider. Er mogen max. 5 bijbevelen gegeven worden en de geleider mag achterwaarts van de hond weggaan.
Indien de hond de apport niet bij de geleider brengt, maar een houding aanneemt, en deze 15 sec. aanhoudt, worden er alleen punten afgetrokken voor de meters dat de hond verwijderd is van zijn baas.
De max. tijd voor de oefening is 30 sec.
Punten:
- Laten vallen van de apport: - 1 punt;
- Geen interesse in apport = niet geslaagd;
- Per meter verwijderd van baas: - 1 punt per meter;
- Niet binnen de 3 meter = niet geslaagd;
- Niet binnen de 30 sec. = niet geslaagd.

AFLIGGEN: 10 punten
De hond wordt afgelijnd (lijn wegsteken) en achtergelaten in de lig-houding.
De geleider gaat minstens 5 meter voor de hond staan. De hond moet gedurende 1 minuut blijven liggen, waarna de baas hem terug gaat ophalen.
Punten:
- De hond neemt een andere houding aan: - 2 punten;
- Elke bijbevel: - 1 punt;
- Elk bijbevel op afstand: - 2 punten;
- De hond verplaatst zich (max. 3 meter): - 1 punt per meter;
- De hond komt naar baasje = niet geslaagd.

LOS VOLGEN: 10 punten
De hond wordt volledig afgelijnd.
De volgoefening zal gebeuren in een rechte lijn over een afstand van ongeveer 10 meter. Tijdens de oefening mag constant gepraat worden, doch zonder bevelen te geven. Op het been kloppen tijdens de oefening wordt per keer aanzien als een bijbevel.
De oefening wordt beëindigd met de hond in de voet.
Punten:
- Per 0,5 meter verwijderd van baas: - 1 punt;
- Per 1 meter verwijderd van baas: - 2 punten;
- Per 2 meter verwijderd van baas: - 4 punten;
- Elk bijbevel of gebaar: - 1 punt;
- Hond volgen: - 2 punten;
- Meer dan 3 meter verwijderd van baas = niet geslaagd;
- Constant volgen op 1 meter = niet geslaagd;
- Hond niet in de voet: - 1 punt.

VOORBEREIDING OP TERUGSTUREN DE ONDERBREKING: 10 punten
De hond wordt afgelijnd en wordt achtergelaten achter een obstakel (hond en geleider moeten mekaar kunnen zien). De leiband wordt bij de hond gelegd.
De hond wordt achtergelaten in de zit-houding. Daarna gaat de geleider op een afstand staan van ong¬eveer 1,5 meter. Daarna zal hij/zij zijn/haar hond doen liggen.
De houding liggen moet 3 sec. aangenomen worden.
Punten:
- Elk bijbevel of gebaar voor de lig-houding: - 3 punten;
- Hond gaat niet liggen = niet geslaagd;
- Geleider zet stap in de richting van de hond = niet geslaagd;
- Hond verplaatst zicht voorbij het obstakel = niet geslaagd.

ALGEMEEN HOUDING:
- bevuilen van het terrein: “plasje” - 3 punten; “hoopje” - 5 punten.

Terug naar boven

C Groep:

Dit is de vervolmakinggroep. In deze groep bereidt men zich voor het "Brevet" te behalen. Je kan dit vergelijken met het "eindexamen" op school. De oefeningen moeten nu bijna perfect uitgevoerd worden.
Het Brevet kan men behalen op een wedstrijd die ingericht wordt door een hondenschool die erkend is door Koninklijke Kynologische Unie St-Hubertus.
Deze wedstrijd wordt gekeurd door erkende keurders. Het reglement is opgesteld door de KKUSH. We gaan hier niet in op de volledige uitleg van dit reglement, die kan je bekomen bij de KKUSH of bij de secretaris van de club.
Na het behalen van het Brevet ligt de wereld van wedstrijdspeler voor u open. Deze zijn verdeeld in 3 wedstrijdgroepen, NL. Debutanten, Programma 1 en Programma 2 elk met zijn eigen moeilijkheidsgraad.

Terug naar boven

Debutanten:

Dit is laagste wedstrijdgroep. De oefeningen zijn nog steeds dezelfde als bij het Brevet maar de moeilijkheidgraad is hoger. Vooral het los volgen en het aangelijnd volgen zijn van een ander kaliber.

Voor de geleiders die niet zo wedstrijd gericht zijn organiseren we op onze club ieder laatste zondag van de maand een interne wedstrijd.
Deze wordt gekeurd door twee instructeurs en op het einde van het jaar worden de drie beste debutanten gehuldigd. Dit alles staat los van de officiële wedstrijden, het is enkel de bedoeling om de geleiders te motiveren om met hun honden te blijven trainen.
Bij het behalen van driemaal meer dan 90/100 kan men met de Programma 1 groep trainen.

Terug naar boven

Programma 1:

Deze wedstrijdgroep is de tweede van de wedstrijdgroepen en de oefeningen zijn nog ongeveer dezelfde als bij de Debutanten maar met extra toevoegingen.
Er wordt meer en meer met hindernissen en toestellen gewerkt.

Programma 2:

Deze wedstrijdgroep is de hoogste wedstrijdgroep in het Gehoorzaamheidsprogramma.
De oefeningen zijn totaal anders dan in de vorige groepen en om in deze groep uit te blinken moet je bijna dagelijks trainen met je hond. Het beschrijven van de oefeningen zou ons te ver drijven.

PS: Heb je nog vragen? Stel ze gerust aan de instructeurs. Bij de overgangsproeven zal telkens nog uitgelegd worden wat de proeven inhouden en wat mag en wat niet mag. Deze tekst is ter informatie en onder voorbehoud .

/

hondenschool parel der kempen